Monumentenwet 1988
Artikel 49
1
Op verzoek van een instelling voor wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, kan Onze minister beslissen dat een bepaalde opgraving door die instelling wordt uitgevoerd, indien:
a
de desbetreffende opgraving van uitzonderlijk belang is voor het specifieke onderzoeksprogramma van de instelling;
b
de instelling over voldoende capaciteit beschikt om de opgraving binnen een redelijke termijn uit te voeren;
c
de mogelijke marktverstorende effecten van het besluit van Onze minister beperkt zijn;
d
de mogelijke nadelige financiƫle gevolgen voor degene die tot het doen van de opgraving is verplicht, niet onevenredig zijn; en
e
aan de instelling een vergunning als bedoeld in artikel 45 is verleend.
2
Voordat Onze minister een beslissing als bedoeld in het eerste lid neemt, wint hij advies in van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.